- Collection02. - 02. Geestelijke instellingen in de stad voor 1797
- Collection02.06. - 02.06. Gasthuis
- Fonds02.06. - Gasthuis oorkonden
- 1 en plus...
- Pièce1 oktober 1236 - Acta sunt haec anno domini M°CC°tricesimo sexto, in die beati Remigii. - Wilhelmus de Haren, priester en vicaris van de kerk van Tongeren (1), en Gerardus dictus Poutevinus, poorter van Tongeren (2) doen uitspraak als scheidsrechters in het geschil tussen het St-Jacobsgasthuis en de dochters van Lambertus de Mirica, lekebroeder van Hochte (3) te weten Margaretha, met haar zoon Jordanus, Mechtildis en Aleydis (4) Zij bepalen dat de curia de Mirica en 14 bunder grond aan het gasthuis toebehoren, mits binnen de 40 dagen 20 Luikse ponden te betalen aan voorschreven gezusters, buiten de 16 Luikse marken, die Aleydis als bruidschat op gezegde bunder geniet, alsmede de schulden van Lambert, ten bedrage van 20 Luikse marken en 15 mudden renten te kwijten, 01/10/1236
- Pièce21 oktober 1236 - Actum in die XI Milium Virginum anno Domini M°CC° tricesimo sexto - De deken en het kapittel maken de voorgaande akte bekend. Aleidis zal niets anders van de ouderlijke goederen mogen eisen dan de besproken uitzet. Meester Renerus, provisor van het gasthuis (1), neemt de schenking der goederen aan en belooft de voorwaarden te eerbiedigen, 21/10/1236
- Pièce4 november 1236 - Actum in crastino beati Huberti anno Domini M°CC°XXX secto. De deken en het kapittel van St-Jan in insula te Luik stellen meester Renerus, procurator van het gasthuis van Tongeren, in naam van dit gasthuis, in 't bezit van 12 roeden land, afhangende van het cijnshof dat gezegd kapittel te Hanis (1) bezit ; deze grond is bezwaard met een jaarlijkse cijns van 2 stuiver en werd aan het hospitaal door de blinde Arnoldus de Mirica geschonken. De opvolgers van Meester Renerus moeten gezegde grond voor het cijnshof verheffen en de rechten betalen, 04/11/1236
- Pièce1246 - De broeders en zusters van het St-Jacobsgasthuis te Tongeren vragen aan de paus de regel van St-Augustinus te mogen volgen, hen en hun goederen onder zijn bescherming te nemen en de deken van St-Paulus te Luik tot conservator van de goederen en rechten van gezegd hospitaal van te stellen. Ze vragen tevens dat de paus een aflaat van 20 dagen zou verlenen aan degenen die bijdragen tot het herbouwen van de kapel van het gasthuis, die van ouderdom in puin valt, 1246
- Pièce12 december 1248 Datum anno domini M°CC°XL°octavo, in vigila beatae Luciae - L. capellanus ac magister (1), alsmede de overige broeders en de zusters van het St-Jacobsgasthuis, verklaren dat Herbertus, sacerdos de Dippenbeke, 6 Luikse marken aan het gasthuis geschonken heeft, op voorwaarde hem en zijn dochter Katharina, alsook aan haar dochter, Katharina, jaarlijks 2 mudden rogge, Tongerse maat, uit te betalen, 12/12/1248
- Piècemei 1273 - Datum anno domini M°CC°LXX tercio, mense mai. - Johannes, deken van het kapittel van Tongeren (1), maakt bekend dat Arnoldus dictus Anne de Los in het St-Jacobsgasthuis opgenomen werd en in vergelding als gift onder levenden, al zijn roerende en onroerende bezittingen aan gezegd gasthuis schenkt, uitgenomen een rente van 2 1/2 mudden rogge en enkele gebruiksvoorwerpen ten bedrage van 25 Luikse stuiver, waarvan hij tot aan zijn dood wenst te genieten. De prior belooft, met toestemming van het kapittel en de opidani, hem levenslang onderkomen te verlenen in burgerkledij, hem vers vlees voor te zetten, wit brood, voldoende bier en 3 bekers wijn per dag, 1273
- Pièce8 mei 1280 (?) Anno domini M°CC°LXX (1), feria quarta post Misericordiam - Jan (van Edingen), bisschop van Luik, staat toe dat het St-Jacobsgasthuis 2 bunder afgelegen grond verkoopt, mits andere goederen voor de som aan te kopen, 08/05/1280
- Pièce10 december 1307 - Datum anno domini M°CCC° septimo, dominica secunda Adventus Domini. - Nicolaus, prior, en de gemeenschap van het St-Jacobsgasthuis verklaren dat Joannes de Sancto Trudone, predikheer te Luik, gevolmachtigde van zijn zuster Margaretha, woonachtig bij St-Adalbert te Luik, en in gevolge verzegelde brieven van de prior der Predikheren en Henricus, pastoor van St-Adalbert, aan gezegd gasthuis een bunder grond onder Haren en Bomersoven (1) een halve bunder onder Berghe (2) en een rente van 6 vaten op 18 roeden te Vrijherne overgedragen heeft, met last aan Margaretha en haar zuster Elisabeth een levensrente uit te betalen en na hun dood een rente van 12 vaten rogge aan het klooster der Predikheren te Luik, 10/12/1307
- Pièce2 december 1312. - Datum et actum anno domini M°CCC° duodecimo sabbato post festum beati Andreae. - Henricus, prior van het St-Jacobsgasthuis, verpacht voor 12 jaar de cultura de Offelken aan Godenulus, zoon van Lambertus de Heiden (1) tegen een jaarlijkse pacht van100 mudden, half rogge, half spelt. Deze hoeve werd tevoren door Theodoricus de Fimale(2) uitgebaat, 02/12/1312
- 111 en plus...