Pièce 29 oktober 1235 - Actum anno gratiae M°CC° tricesimo quinto, in crastino apostolorum Symonis et Judae - De deken en het kapittel van Tongeren stellen een minzame schikking tussen Daniel de Mulkin en Egidius, zijn zoon, milites (1) enerzijds, en het Sint-Jacobsgasthuis anderzijds, op. Eerstgenoemden bezaten 4 bunder leengrond van de Luikse kerk onder Offelken (2) ; het gasthuis hield die grond in pand tegen 12 Luikse marken ; de vader van Daniel, die in de kapel van gezegd gasthuis begraven lag, had die 12 marken ongeveer 40 jaar tevoren aan het gasthuis gelegateerd. De broeders beweerden nu dat hij de 4 bunder geschonken had en dat bedoelde 12 marken op de molen van Blale (3) belast waren. Volgende schikking werd getroffen : het hospitaal geeft 6 1/2 Luikse ponden van Daniel en Egidius. Daniel draagt de 4 bunder over aan zijn zoon Egidius, die ze tegen een jaarlijkse cijns van 1 stuiver aan het gasthuis geeft. Worden vermeld : Hermannus de Hamale (4), Henricus de Authulle (5) en Walterus de Betue (6), milites en leenmannen van
Actum anno gratiae M°CC° tricesimo quinto, in crastino apostolorum Symonis et Judae - De deken en het kapittel van Tongeren stellen een minzame schikking tussen Daniel de Mulkin en Egidius, zijn zoon, milites (1) enerzijds, en het Sint-Jacobsgasthuis anderzijds, op. Eerstgenoemden bezaten 4 bunder leengrond van de Luikse kerk onder Offelken (2) ; het gasthuis hield die grond in pand tegen 12 Luikse marken ; de vader van Daniel, die in de kapel van gezegd gasthuis begraven lag, had die 12 marken ongeveer 40 jaar tevoren aan het gasthuis gelegateerd. De broeders beweerden nu dat hij de 4 bunder geschonken had en dat bedoelde 12 marken op de molen van Blale (3) belast waren. Volgende schikking werd getroffen : het hospitaal geeft 6 1/2 Luikse ponden van Daniel en Egidius. Daniel draagt de 4 bunder over aan zijn zoon Egidius, die ze tegen een jaarlijkse cijns van 1 stuiver aan het gasthuis geeft. Worden vermeld : Hermannus de Hamale (4), Henricus de Authulle (5) en Walterus de Betue (6), milites en leenmannen van
Actum anno gratiae M°CC° tricesimo quinto, in crastino apostolorum Symonis et Judae - De deken en het kapittel van Tongeren stellen een minzame schikking tussen Daniel de Mulkin en Egidius, zijn zoon, milites (1) enerzijds, en het Sint-Jacobsgasthuis anderzijds, op. Eerstgenoemden bezaten 4 bunder leengrond van de Luikse kerk onder Offelken (2) ; het gasthuis hield die grond in pand tegen 12 Luikse marken ; de vader van Daniel, die in de kapel van gezegd gasthuis begraven lag, had die 12 marken ongeveer 40 jaar tevoren aan het gasthuis gelegateerd. De broeders beweerden nu dat hij de 4 bunder geschonken had en dat bedoelde 12 marken op de molen van Blale (3) belast waren. Volgende schikking werd getroffen : het hospitaal geeft 6 1/2 Luikse ponden van Daniel en Egidius. Daniel draagt de 4 bunder over aan zijn zoon Egidius, die ze tegen een jaarlijkse cijns van 1 stuiver aan het gasthuis geeft. Worden vermeld : Hermannus de Hamale (4), Henricus de Authulle (5) en Walterus de Betue (6), milites en leenmannen van
Évaluation, élimination et calendrier de conservation
Accroissements
Mode de classement
Zone des conditions d'accès et d'utilisation
Conditions d’accès
Conditions de reproduction
Langue des documents
latin
Écriture des documents
Notes de langue et graphie
Caractéristiques matérielle et contraintes techniques
A. Origineel op perkament, hoogte 200mm, plica 27mm, breedte 350mm. Oud nummer XCIIII. Van de vier eertijds aan rode zijden snoeren uithangende zegels in groene was, blijven over : een fragment van het spoelvormig zegel van cantor Theodoor ; een zeer beschadigd spoelvormig zegel ; een fragment van het groot Romaans zegel van het kapittel, waarvan afbeelding in Limburg XXVIII (1948), 126. Het vierde was dat der stad Tongeren.
Instruments de recherche
Zone des sources complémentaires
Existence et lieu de conservation des originaux
Existence et lieu de conservation des copies
Unités de description associées
Descriptions associées
Zone des notes
Note
(1) Over Daniel en Egidius of Gillis van Mulken raadplege men de bijdrage Het Leengoed van Mulken, in Het Oude Land van Loon, III, 1948, 17-25 en 38-45. (2) Offelken, voor de Franse Omwenteling een dorp in de stadsvrijheid van Tongeren gelegen, thans gehucht bij Tongeren. (3) Blale (Blole 1262-1381, Bloel 1534, Bloer 1697-heden), evenals Offelken eertijds een dorp in de vrijheid, thans gehucht van Tongeren. (4) Het is blijkbaar dezelfde als Henneman de Hamale, die een zoon Daniel had, vermeld in een akte van 20 maart 1269. C de Borman en E. Poncelet. Oevres de Jacques de Hemricourt, II, 1925, 20. (5) Althulle is Althoeselt. Vgl Hulle 1234 = Hoeselt. (6) Over de familie van Betho, zie BSSLL, XVI, 44.