Zona de identificação
Código de referência
02.-02.06.-02.06.-1 oktober 1236
Título
Acta sunt haec anno domini M°CC°tricesimo sexto, in die beati Remigii. - Wilhelmus de Haren, priester en vicaris van de kerk van Tongeren (1), en Gerardus dictus Poutevinus, poorter van Tongeren (2) doen uitspraak als scheidsrechters in het geschil tussen het St-Jacobsgasthuis en de dochters van Lambertus de Mirica, lekebroeder van Hochte (3) te weten Margaretha, met haar zoon Jordanus, Mechtildis en Aleydis (4) Zij bepalen dat de curia de Mirica en 14 bunder grond aan het gasthuis toebehoren, mits binnen de 40 dagen 20 Luikse ponden te betalen aan voorschreven gezusters, buiten de 16 Luikse marken, die Aleydis als bruidschat op gezegde bunder geniet, alsmede de schulden van Lambert, ten bedrage van 20 Luikse marken en 15 mudden renten te kwijten, 01/10/1236
Data(s)
- 01/10/1236 (Produção)
Nível de descrição
Item
Dimensão e suporte
Oorkonde
Zona do contexto
Nome do produtor
Entidade detentora
História do arquivo
Fonte imediata de aquisição ou transferência
Zona do conteúdo e estrutura
Âmbito e conteúdo
Avaliação, selecção e eliminação
Ingressos adicionais
Sistema de arranjo
Zona de condições de acesso e utilização
Condições de acesso
Condiçoes de reprodução
Idioma do material
- latim
Script do material
Notas ao idioma e script
Características físicas e requisitos técnicos
A. Origineel op perkament, hoogte 160 mm., plica 32 mm., breedte 118 mm. Oud nummer XCI. Twee aan rode zijden garensnoeren uithangende zegels in groene was : het rond zegel van Willem van Haren en het spoelvorimig zegel van de landdeken Gilbert, die voor Gerard Poutevinus zegelt
Instrumentos de descrição
Zona de documentação associada
Existência e localização de originais
Existência e localização de cópias
Unidades de descrição relacionadas
Zona das notas
Nota
(1) Cfr. Le Chapitre II, 88 ; III, 166 en 496. (2) Cfr. Le Chapitre I, 70 ; III, 101, 107 en 166 (3) Hocht bij Lanaken. (4) Over de familie de Mirica en de hoeve "Ter Heyden" raadplege men Het Oude Land van Loon, III, 20