Acta sunt haec anno domini M°CC°tricesimo sexto, in die beati Remigii. - Wilhelmus de Haren, priester en vicaris van de kerk van Tongeren (1), en Gerardus dictus Poutevinus, poorter van Tongeren (2) doen uitspraak als scheidsrechters in het geschil tussen het St-Jacobsgasthuis en de dochters van Lambertus de Mirica, lekebroeder van Hochte (3) te weten Margaretha, met haar zoon Jordanus, Mechtildis en Aleydis (4) Zij bepalen dat de curia de Mirica en 14 bunder grond aan het gasthuis toebehoren, mits binnen de 40 dagen 20 Luikse ponden te betalen aan voorschreven gezusters, buiten de 16 Luikse marken, die Aleydis als bruidschat op gezegde bunder geniet, alsmede de schulden van Lambert, ten bedrage van 20 Luikse marken en 15 mudden renten te kwijten, 01/10/1236