Identificatie
Referentie code
Titel
Datum(s)
- 1668-1794 (Vervaardig)
Beschrijvingsniveau
Archief
Omvang en medium
2 nummers
Context
Naam van de archiefvormer
Institutionele geschiedenis
archiefbewaarplaats
Geschiedenis van het archief
Vermeld in 1258 als ‘Eure’, is Diets-Heur of ‘O(de)ra Teutonica’ de Vlaamse tegenhanger van het Waalse Heure-le-Romain of ‘O(de)ra Romana’. Meer dan de naam en het feit dat de twee dorpen tot aan de Franse Revolutie Luiks gebied waren, hebben ze niets met elkaar gemeen. Heure-le-Romain hing af van de abdij van Val-Benoît, terwijl Heur, samen met Vreren, Nerem, Paifve en Wihogne deel uitmaakte van de bezittingen van het kapittel van het H. Kruis te Luik.
De kerk van Diets-Heur was een filiaal van de moederkerk van Vreren en een schenking van Notger (+ 1008), de eerste prins-bisschop van Luik. Deze schenking werd in 1005 bevestigd door de Duitse keizer Hendrik II. Enkele eeuwen later, namelijk op 28 april 1258, verkreeg de kerk van Heur van Mr. Marcuald, aartsdiaken van Haspengouw, een eigen bedienaar of rector. Hij werd voorgesteld door de inwoners zelf en daarna aangesteld door het kapittel van het H. Kruis te Luik. Dooprecht verkreeg de kerk echter niet, want tot aan de Franse Revolutie moesten de kinderen gedoopt worden in de kerk van Vreren. Nochtans bezit de kerk een zeer mooie en waardevolle doopvont, die zoals deken Reinartz van Tongeren schreef in 1869, vroeger als wijwatervat werd gebruikt. Ze is 80 cm hoog en gekapt uit een romeins altaar in poreuze, geel-bruine steen uit de 2de of 3de eeuw, waarvan twee kanten haast volledig bewaard zijn gebleven. De ene helft toont ons een arend met in zijn klauwen een bliksemschicht en de andere helft een bloemenslinger met bladeren en erboven een mooi gebeiteld tragisch masker.
De huidige bakstenen kerk van Diets-Heur werd gebouwd in 1850 op de ruïnes van een romaans gebouw. Het is een eenvoudige, classicistische zaalkerk met ingebouwde westertoren. Afkomstig uit de vorige kerk zijn o.a. de preekstoel uit de eerste helft van de 18de eeuw en het hoofdaltaar in geschilderd hout uit de tweede helft van die eeuw. Er zijn nog een vijftal grafkruisen in hardsteen bewaard gebleven, namelijk dit van Groetars uit de 16de eeuw, van Simon Hubrechts (+ 1628), van Jan van der Meer (+ 1662), van Elisabeth Berden (+ 1720) en van Elisabeth Hurle (+ 1741), de vrouw van Aert Ouwerx (+ 1720). Geen enkel kruis is echter versierd met een familiewapen.
Directe bron van verwerving of overbrenging
Inhoud en structuur
Bereik en inhoud
Waardering, vernietiging en slectie
Aanvullingen
Ordeningstelsel
Voorwaarden voor toegang en gebruik
Voorwaarden voor raadpleging
vrij te raadplegen
Voorwaarden voor reproductie
vrij te reproduceren mits bronvermelding, enkel fotografische reproductie