Área de identidad
Código de referencia
Título
Fecha(s)
- 1400-1796 (Creación)
Nivel de descripción
Colección
Volumen y soporte
962 inventarisnummers
Área de contexto
Nombre del productor
Historia administrativa
Nombre del productor
Historia administrativa
Institución archivística
Historia archivística
Het archief van de schepenbank werd bewaard door de griffier (secretaris), hij deed dit meestal bij zijn thuis. Toen in 1626 zijn winning afbrandde, ging ook het merendeel van de papieren van voor die periode verloren. In het midden van de achttiende eeuw, toen de heren van Rutten niet meer heren waren van Nerem-Paifve, verhuisde het archief meermaals. Het ging onder andere naar het kasteel van Scherpenberg (familie Vaes) en naar Paifve (familie Delvaux) hetgeen tot tal van conflicten leidde.
In 1796 werden alle archieven geconfisceerd. Ze kwamen uiteindelijk terecht in het Rijksarchief te Hasselt en door een bewaringsovereenkomst sinds de jaren 1990 in het stadsarchief van Tongeren. Alle registers waren gerangschikt, een groot deel van de losse stukken was dit echter niet. Bij de inventarisatie van deze stukken werden enkele belangrijke archieven ontdekt over de organisatie van de heerlijkheid.
De inventaris is opgesteld aan de hand van de organisatie van de schepenbank. Archieven met betrekking tot de gemeenten Nerem en Paifve en de kwartskapellen werden afgesplitst. Het onderscheid schepenbank – gemeente is echter moeilijk te maken omdat de heren zich vaak bemoeide met het aanstellen van burgemeesters of gemeentelijk personeel.
De heerlijkheid en de schepenbank van Nerem-Paifve.
Nerem is net zoals Diets-Heur en Vreren gelegen in de vallei van de Buthbeek. De oudste vermelding is 1323. Op geestelijk gebied maakten beide gemeenten tijdens het Ancien Régime deel uit van de parochie Vreren waar de hoofdkerk was.
Vermoedelijk maakten Nerem en Paifve in de vroege middeleeuwen deel uit van een groter gebied onder de heren van Hamal. Hiertoe behoorden ook Rutten, Diets-Heur, Wihogne, … Tot de veertiende eeuw komen we de zogenaamde “ridders van Nederheim” tegen, niet te verwarren met de heren van Scherpenberg die aan de ridders van Tongeren verwant waren. De woonplaats van de heren wordt gesitueerd rond de motheuvel aan de Kapellenberg.
Nerem en Paifve behoorden tot de Brabantse heerlijkheid Rutten, maar hun schepenbank ging ten hoofde bij het Vroenhof te Maastricht. Vanaf de zeventiende eeuw werden Nerem en Paifve hierdoor samen met Rutten redemptiedorpen die hun bescherming moesten afkopen van de hertog van Brabant (koning van Spanje) en de Verenigde Provinciën. Pas in 1785, met het Verdrag van Fontainebleau, werden Rutten, Nerem en Paifve volledig toegewezen aan de Verenigde Provinciën. Deze ingewikkelde situatie leidde vaak tot bevoegdheidsconflicten.
- De heren van Nerem-Paifve :
- 1018 : graaf Giselbert (van Loon) houdt de heerlijkheid Rutten in leen, vermoedelijk
- ook Nerem en Paifve.
- ca. 1235 : Godfried van Leuven (+ 1253), kreeg de heerlijkheden Rutten-Nerem-Paifve
- in achterleen van zijn broer hertog Hendrik II van Brabant (1235-1247).
- 1253-1285 : Hendrik van Leuven (+ 1285), zoon van de voorgaande.
- vanaf 1285 : Jan van Leuven, zoon van de voorgaande, in 1298 gehuwd met Felicitas van
- Luxemburg.
- ca. 1300 : Hendrik van Leuven (+ 1318), zoon van de voorgaande.
- vanaf 1318 : Jan van Leuven, broer van de voorgaande (kinderloos).
- vanaf 1324 : Beatrix van Leuven, zus van de voorgaande (kinderloos).
- ca. 1330-1342 : Willem van Horne (+1342), neef van de voorgaande, in 1315 gehuwd met
- Oda van Pittem en nadien met Elisabeth van Kleef. Hij was eveneens heer van Horne, Altena, Weert, Wessem, Hees, Kortessem, Gaasbeek, Herstal,…
- 1342-1345 : Gerard van Horne (sneuveld in 1345 bij de slag te Staveren), zoon van de
- voorgaande.
- 1345-1357 : proces tussen de kinderen uit beide huwelijken van Willem van Horne .
- 1357-1368 : Dirk van Horne alias Loeff, zoon uit het tweede huwelijk van Willem van
- Horne. Hij verkoopt in 1368 al zijn heerlijkheden, behalve Veulen, aan Jan van Gutshoven.
- 1368-1370 : Jan van Gutshoven verkoopt in 1370 de heerlijkheden door aan Lambert van
- Oupeye.
- 1370-ca.1379 : Lambert van Oupeye (+ 1376/1379), gehuwd met Alix van Lummen alias van
- Hermalle. Hij nam deel aan de slag van Bäsweiler.
- 1379-1422 : Adam van Oupeye, zoon van de voorgaande, heer van Oupeye, Herstal,
- Rutten, Nerem, Paifve, Vivegnis, Chaumont, Gistoul, etc. Gehuwd met
- Cunegonde van Juppleu.
- 1422-1435 : Hendrik van Gronsveld, schoonzoon van de voorgaande, krijgt de
- heerlijkheden Herstal, Rutten, Nerem en Paifve. Deze waren op dat moment
- verpand aan de broer van Adam ; Jan van Oupeye.
- 1435 : Elisabeth van Glymes, weduwe van Jan van Oupeye, krijgt via proces de
- heerlijkheden in handen omdat het pandgeld niet werd betaald. Hetzelfde
- jaar verkoopt ze de heerlijkheden door aan Antoon van Croy.
- 1435-1444 : proces tussen Hendrik van Gronsveld en Antoon van Croy.
- 1444-1458 : Antoon van Croy. Hij verkoopt in 1444 de heerlijkheden aan graaf Jan II van
- Nassau.
- 1458-1475 : Graaf Jan II van Nassau-Vianden, baron van Breda, etc. (+ 1475). Hij was in
- 1440 gehuwd met Maria van Loon-Heinsberg.
- 1475-1504 : Graaf Engelbert II van Nassau-Vianden, zoon van de voorgaande, ridder van
- het Gulden Vloes, gouverneur van Brabant, etc. Hij was gehuwd met
- Liburgis, dochter van de markies van Bade.
- 1504-1538 : Graaf Hendrik van Nassau-Vianden (+ 1538), neef van de voorgaande,
- burggraaf van Antwerpen, ridder van het Gulden Vlies, sinds 1517 generaal
- kapitein van de Nederlanden. Hij was gehuwd met Francisca van Savoye,
- nadien met Claudia (+ 1521), dochter van Jan van Châlons, prins van Oranje
- en een derde maal met Mencia Mendoza.
- 1538-1544 : René van Châlons, zoon van de voorgaande (hij sneuvelt in 1544 bij het
- beleg van Saint-Didier), graaf van Nassau-Vianden, prins van Oranje, heer
- van Breda, Diest, Zichem, etc. gouverneur van Holland, Zeeland en
- Friesland. Hij was gehuwd met Anna van Lotharingen (kinderloos).
- 1544-1584 : Willem van Nassau, prins van Oranje, bijgenaamd “de Zwijger” (vermoord te
- Delft in 1584), neef van de voorgaande. Hij was onder andere gehuwd met
- Anna van Egmond.
- voor 1609 : proces tussen Filips Willem van Oranje-Nassau, zoon van de voorgaande,
- en Frans Hanxler aan wie in 1558 Rutten, Nerem, Paifve en Herstal zou
- verpand geweest zijn.
- 1609-1618 : Graaf Filips Willem van Oranje-Nassau (+ 1618), zoon van Willem de
- Zwijger. Hij verbleef 28 jaren te Spanje en werd door aartshertog Albrecht
- terug naar de Nederlanden gebracht. Hij was in 1606 gehuwd met Eleonora
- van Bourbon, dochter van de prins van Condé (kinderloos). Hij verkoopt voor
- 1618 de heerlijkheden Rutten, Nerem en Paifve aan graaf Hendrik van den
- Bergh. Herstal werd in 1618 geërfd door zijn broer Maurits van Nassau.
- 1618 : Graaf Hendrik van den Bergh (+ 1638), generaal van de Spaanse legers te
- Vlaanderen.
- 1618-1631 : Anna van den Bergh, zus van de voorgaande.
- 1631-1669 : Graaf Herman Frederik van den Bergh (+ 1669), heer van Goor,
- Stevensweert, etc. Neef van de voorgaande, hij was in 1632 gehuwd met
- gravin Josina Walburgis van Löwenstein-Rochefort-Wertheim (kinderloos).
- vanaf 1669 : Gravin Josina Walburgis van Löwenstein-Rochefort-Wertheim, weduwe van
- de voorgaande.
- ca. 1681 : Gravin Maria Bernardina van Limburg, nicht van de vorige en echtgenote van
- graaf Maurits van Limburg doet in 1681 verheffing van de heerlijkheden in
- naam van haar minderjarige zoon graaf Maurits Herman van Limburg-Stirum.
- 1691 : Clara de Schroots, priorin van het Sint-Claraklooster te Tongeren, neemt de
- heerlijkheden Rutten, Nerem en Paifve in pand van graaf Hendrik de Pas,
- schoonbroer van Maria Bernardina van Limburg.
- Gravin Anna Bernardina van Limburg, dochter van Maria Bernardina, in 1690
gehuwd met Filips Willem Koenraad van Hoensbroek, graaf van Geul.
tot 1726 : Herman Otto van Hoensbroek, graaf van Geul, heer van Beunder,
Ulenstraten, etc. verkoopt in 1726 de heerlijkheden aan de mombers van de
minderjarige kinderen van baron Koenraad van der Heyden à Blisia (+ 1724)
en Margaretha Jamar de Montfort (+ 1725).
1726-1739 : Baron Koenraad Jan Ernest, Maria Anna en Maria Catharina Isabella van der
Heyden à Blisia, kinderen van het echtpaar van der Heyden à Blisia – Jamar
de Montfort.
1739-1750 : Maria Anna van der Heyden à Blisia, gehuwd met baron Ferdinand
Koenraad de Haxhe, heer van Hamal. Zij verkoopt de heerlijkheden Nerem
en Paifve aan Jan Libert Vaes, heer van Scherpenberg. Rutten blijft in hun
bezit.
1750-1751 : Jan Libert de Vaes, heer van Scherpenberg.
1751-1752 : Jan Delvaux, kanunnik van Sint-Martinus te Luik.
1752 : Jan Theodoor Gonthier, advocaat (pandheer). - proces tussen Anna Maria Delvaux de Presseux namens haar man Jan
Theodoor Gonthier tegen Anna Maria de Bussy, weduwe van Gilis
Duchateau
1763-1765 : Graaf Karel Frans Antoon van Velbrück, kanunnik te Luik en vanaf 1784
prins-bisschop van Luik.
1765 : Lambert Filips de Germeau. Deze verklaart een jaar later de heerlijkheden
Nerem en Paifve te hebben gekocht in naam van baron Ferdinand Koenraad
de Haxhe, heer van Hamal.
vanaf 1766 : Baron Ferdinand Koenraad de Haxhe, weduwnaar van Maria Anna van der
Heyden à Blisia.
tot 1789 : Lambertina Angelina de Haxhe, dochter van de voorgaande, en gehuwd met
ridder van Goër. Vanaf 1781 werd ze ook vrouwe van Rutten waardoor
Nerem en Paifve hier terug deel van zouden uitmaken.
1789-1796 : Ridder Thomas Joris van Goër (+ 1807), zoon van de voorgaande, is de
laatste heer van Nerem en Paifve.
Origen del ingreso o transferencia
Área de contenido y estructura
Alcance y contenido
Valorización, destrucción y programación
Acumulaciones
Sistema de arreglo
Área de condiciones de acceso y uso
Condiciones de acceso
vrij te raadplegen
Condiciones
vrij te reproduceren mits bronvermelding, enkel fotografische reproductie
Idioma del material
- neerlandés