Verzoek van Maarten Rutger van Castart, schepen en secretaris van Nerem en Paifve, om zijn schrijver Gilis Libot als secretaris laten in te springen in zijn afwezigheid en dit door het ontbreken van een doctor in de rechten bij de schepenbank waardoor zijn ambt verzwaard is, 1678
Suplieken van Hendrik van Castart en Thomas Godfried van Spauwen dat zij verschillende schuldenaren hebben die ze echter niet voor het gerecht kunnen roepen omdat de genachten niet plaatsvinden, 1677
Supliek van Hendrik van Castart, secretaris van de schepenbank, aan graaf Herman Frederik van den Bergh waarom er zo lange tijd geen genachten meer zijn gehouden, 1642
Verslag voor gravin Anna van den Bergh, vrouwe van Nerem en Paifve, betreffende de brand in het huis van de secretaris en het verbranden van het merendeel van de registers, 1626
Misdragingen van de schout tegen het politiereglement voor de redemptiedorpen : drinken, naar de herberg gaan, honden los laten lopen, misbruik van rekeningen, etc/, 1746