Showing 375 results

Archivistische beschrijving
02.06. Gasthuis
Print preview View:

19 results with digital objects Show results with digital objects

De schepenen van Luik bekrachtigen het testament van Hendrik van Ghelmen. Ondermeier : Cloes Tector, vervangend Everard de la Mark, heer van Arenbergh en souverain-mayeur van Luik. De namen der schepenen worden niet vermeld, 27/06/1505
De schepenen van Luik bekrachtigen het testament van Hendrik van Ghelmen. Ondermeier : Cloes Tector, vervangend Everard de la Mark, heer van Arenbergh en souverain-mayeur van Luik. De namen der schepenen worden niet vermeld, 27/06/1505
De schepenen van Luik verklaren dat Johan Conrar, hun medeschepen, op 3 oktober 1515 negen roeden land, gelegen entre Eelst (1) et Meer (2) alle Tombe, van Margaritte Raymeckers en Jennekinne Kersmecker(3), in naam van hun medezusters van het St-Jacobsgasthuis te Tongeren, verkocht heeft, 28/05/1516
De schepenen van Luik verklaren dat Johan Conrar, hun medeschepen, op 3 oktober 1515 negen roeden land, gelegen entre Eelst (1) et Meer (2) alle Tombe, van Margaritte Raymeckers en Jennekinne Kersmecker(3), in naam van hun medezusters van het St-Jacobsgasthuis te Tongeren, verkocht heeft, 28/05/1516
Het cijnshof van Sente Jacobs over den Poul, anders geheyten dat Groet Gasthuys verklaart dat Librecht Baus der alde een huis in die Hontsstraete (1) bynnen der stat van Tongeren gelegen aan Librecht Nadou van Heerstaple (2) verkocht heeft. Meier : Henric die Mouse alias Meer. Laten : Mester Amelis Faiten, Wilhem van Ryemst, Renet Renarts en Thilman Kokaert, 28/12/1433
Het cijnshof van Sente Jacobs over den Poul, anders geheyten dat Groet Gasthuys verklaart dat Librecht Baus der alde een huis in die Hontsstraete (1) bynnen der stat van Tongeren gelegen aan Librecht Nadou van Heerstaple (2) verkocht heeft. Meier : Henric die Mouse alias Meer. Laten : Mester Amelis Faiten, Wilhem van Ryemst, Renet Renarts en Thilman Kokaert, 28/12/1433
Voor het cijnshof van het St-Janskapittel van Luik te Henis verkopen Ghilis Bautsons, zijn echtgenote Marien en haar wettige zoon Andries Reys aan Johan Scillinx, wonende in die Mourestroet (1) der stadt van Tongeren, een half bunder akkerland, niet verre van den Gheerschelle gaet (2) in den gevilten van Berghe gelegen. Meyer : Art Snellinx ; laten : Ryner van Wijck, Wouthere Raemeykere, Librecht Snellincx, Wilhem Snellincx, Wouthere Papenkeel en Art Snellincx, 28/09/1460
Voor het cijnshof van het St-Janskapittel van Luik te Henis verkopen Ghilis Bautsons, zijn echtgenote Marien en haar wettige zoon Andries Reys aan Johan Scillinx, wonende in die Mourestroet (1) der stadt van Tongeren, een half bunder akkerland, niet verre van den Gheerschelle gaet (2) in den gevilten van Berghe gelegen. Meyer : Art Snellinx ; laten : Ryner van Wijck, Wouthere Raemeykere, Librecht Snellincx, Wilhem Snellincx, Wouthere Papenkeel en Art Snellincx, 28/09/1460
Actum anno gratiae M°CC° tricesimo quinto, in crastino apostolorum Symonis et Judae - De deken en het kapittel van Tongeren stellen een minzame schikking tussen Daniel de Mulkin en Egidius, zijn zoon, milites (1) enerzijds, en het Sint-Jacobsgasthuis anderzijds, op. Eerstgenoemden bezaten 4 bunder leengrond van de Luikse kerk onder Offelken (2) ; het gasthuis hield die grond in pand tegen 12 Luikse marken ; de vader van Daniel, die in de kapel van gezegd gasthuis begraven lag, had die 12 marken ongeveer 40 jaar tevoren aan het gasthuis gelegateerd. De broeders beweerden nu dat hij de 4 bunder geschonken had en dat bedoelde 12 marken op de molen van Blale (3) belast waren. Volgende schikking werd getroffen : het hospitaal geeft 6 1/2 Luikse ponden van Daniel en Egidius. Daniel draagt de 4 bunder over aan zijn zoon Egidius, die ze tegen een jaarlijkse cijns van 1 stuiver aan het gasthuis geeft. Worden vermeld : Hermannus de Hamale (4), Henricus de Authulle (5) en Walterus de Betue (6), milites en leenmannen van
Actum anno gratiae M°CC° tricesimo quinto, in crastino apostolorum Symonis et Judae - De deken en het kapittel van Tongeren stellen een minzame schikking tussen Daniel de Mulkin en Egidius, zijn zoon, milites (1) enerzijds, en het Sint-Jacobsgasthuis anderzijds, op. Eerstgenoemden bezaten 4 bunder leengrond van de Luikse kerk onder Offelken (2) ; het gasthuis hield die grond in pand tegen 12 Luikse marken ; de vader van Daniel, die in de kapel van gezegd gasthuis begraven lag, had die 12 marken ongeveer 40 jaar tevoren aan het gasthuis gelegateerd. De broeders beweerden nu dat hij de 4 bunder geschonken had en dat bedoelde 12 marken op de molen van Blale (3) belast waren. Volgende schikking werd getroffen : het hospitaal geeft 6 1/2 Luikse ponden van Daniel en Egidius. Daniel draagt de 4 bunder over aan zijn zoon Egidius, die ze tegen een jaarlijkse cijns van 1 stuiver aan het gasthuis geeft. Worden vermeld : Hermannus de Hamale (4), Henricus de Authulle (5) en Walterus de Betue (6), milites en leenmannen van
Adolf, bisschop van Luik (1) maakt bekend aan de meier en de schepenen of laten van de curia nostra celerarie te Tongeren, dat Johannes Hanesanc, kanunnik van Tongeren (2), een bunder land te Uffelken gelegen en toebehorend aan Yda, weduwe van Arnold Druveken (3), alias Aoqsuut, ruilen wil met een derde deel van de hal en de waag, ten behoeve van Maria, dochter van Arnold en Ida, en daartoe drie gevolmachtigden aangeduid heeft, Petrus Mandelkerne, priester, broeder Wilhelmus de Hospitale, gezegd Ottonis, en Arnold de Mersen, poorter van Tongeren, 03/04/1329
Adolf, bisschop van Luik (1) maakt bekend aan de meier en de schepenen of laten van de curia nostra celerarie te Tongeren, dat Johannes Hanesanc, kanunnik van Tongeren (2), een bunder land te Uffelken gelegen en toebehorend aan Yda, weduwe van Arnold Druveken (3), alias Aoqsuut, ruilen wil met een derde deel van de hal en de waag, ten behoeve van Maria, dochter van Arnold en Ida, en daartoe drie gevolmachtigden aangeduid heeft, Petrus Mandelkerne, priester, broeder Wilhelmus de Hospitale, gezegd Ottonis, en Arnold de Mersen, poorter van Tongeren, 03/04/1329
De schepenbank van Othée (1) verklaart dat Renier de Vrolou van Renier Pauwes een rente van 2 mudden spelt op 26 roeden grond onder Otée, afgekocht heeft. Schout en schepenen : Johan Matieu, Gielet le Mistral, Johan Matieu, Gielet le Mistral, Johan Karmessin (?), Badewin de Casteal, Gielet de Wihogne et Henry de Peawez, 03/02/1470
De schepenbank van Othée (1) verklaart dat Renier de Vrolou van Renier Pauwes een rente van 2 mudden spelt op 26 roeden grond onder Otée, afgekocht heeft. Schout en schepenen : Johan Matieu, Gielet le Mistral, Johan Matieu, Gielet le Mistral, Johan Karmessin (?), Badewin de Casteal, Gielet de Wihogne et Henry de Peawez, 03/02/1470
Het cijnshof van het St-Jacobsgasthuis maakt bekend dat Tomas van der Horst, pastoor van het begijnhof van Tongeren (1), de rente van 1 1/2 mudde in de akte van 2 september 1453 (zie hoger) beschreven, in naam van het begijnhof afgekocht heeft van Jacob van Wijck, Meier : Henric van der Eyken. Laten : Willem van Elderen, Jan Werarts, Henric van Houthem, Gilis Witten, Willem Momfels, Gilis Witten de Jonge en Jannes Ghiselers,03/03/1517
Het cijnshof van het St-Jacobsgasthuis maakt bekend dat Tomas van der Horst, pastoor van het begijnhof van Tongeren (1), de rente van 1 1/2 mudde in de akte van 2 september 1453 (zie hoger) beschreven, in naam van het begijnhof afgekocht heeft van Jacob van Wijck, Meier : Henric van der Eyken. Laten : Willem van Elderen, Jan Werarts, Henric van Houthem, Gilis Witten, Willem Momfels, Gilis Witten de Jonge en Jannes Ghiselers,03/03/1517
Op verzoek van Johannes Elsraecks, prior van het St-Jacobsgasthuis, spreekt de officiaal van Luik de beslagname uit tegen Johannes Mees van Zussen, 30/04/1554
Op verzoek van Johannes Elsraecks, prior van het St-Jacobsgasthuis, spreekt de officiaal van Luik de beslagname uit tegen Johannes Mees van Zussen, 30/04/1554
De Schepenbank van Kortessem stelt Lambertus, prior van het St-Jacobsgasthuis, in 't bezit van het legaat van Johannes de Merwile, kanunnik te Curtersen, zijnde 2 gouden schilden. Schout : Wilhelmus de Hagghent ; schepenen : Otto en Henricus, zonen van Otto, Lambertus Rasonis, Johannes de Langhenacker, Hugo Pistor, 30/06/1353
De Schepenbank van Kortessem stelt Lambertus, prior van het St-Jacobsgasthuis, in 't bezit van het legaat van Johannes de Merwile, kanunnik te Curtersen, zijnde 2 gouden schilden. Schout : Wilhelmus de Hagghent ; schepenen : Otto en Henricus, zonen van Otto, Lambertus Rasonis, Johannes de Langhenacker, Hugo Pistor, 30/06/1353
Resultaten 81 tot 90 van 375