L. capellanus ac magister (1), alsmede de overige broeders en de zusters van het St-Jacobsgasthuis, verklaren dat Herbertus, sacerdos de Dippenbeke, 6 Luikse marken aan het gasthuis geschonken heeft, op voorwaarde hem en zijn dochter Katharina, alsook aan haar dochter, Katharina, jaarlijks 2 mudden rogge, Tongerse maat, uit te betalen, 12/12/1248
Ajouter au presse-papier
Er was een proces gevoerd geworden, voor de officiaal te Luik, door Jan van Elstraek, prior van het St-Jacobsgasthuis, tegen Jan Mees van Sussen, wegens het niet betalen van een rente van 5 mudden. Jan Mees had dit proces verloren ; zijn weduwe treft voor het locaal schepenhof een minnelijke schikking met de prior, die haar de helft van het verschuldigde bedrag kwijtscheldt. Zij draagt over aan het gasthuis 5 roeden land boven dy Lyndehueften gelegen. Schout : Lambrecht Henricx. Schepenen : Ghylis van Bolder, Franck Jamaer, Henrick Everarts, Andris van Jesseren, Aert van Gestingen en Wyllem Meyers, 13/08/1554
Ajouter au presse-papier
Het cijnshof van het St-Jacobsgasthuis verklaart dat Mabilie, weduwe van Steven Sulders, het busken ende dries, waarvan spraak in de akte van II augustus 1518, VAN Ghisebrecht Mombers verkocht heeft, die het op zijn beurt aan Dierick van der Horst, prior, in naam van het St-Jacobsgasthuis, overdraagt. Meier : Henrick van der Eyken. Laten : Jan Werarts, Henric van Houthem, Jan Ghiselers, Gilis Witten, Frans van Elderen, Meester Art Vrancken en Lucas Wishoeft, 13/09/1527
Ajouter au presse-papier